
De Europese verkiezingen in de regio Alicante hebben een spannend resultaat opgeleverd. De Partido Popular (PP) onder leiding van Luis Barcala behaalde opnieuw de meerderheid in de stad Alicante. Met een stemaandeel van 39,43% verbeterde de PP haar resultaat ten opzichte van de parlementsverkiezingen van 23 juni, maar evenaarde niet de cijfers van de lokale verkiezingen van 28 juni.
De Socialisten (PSOE), geleid door Teresa Ribera, behaalden 30.39% van de stemmen en konden, ondanks een lichte verbetering ten opzichte van de lokale verkiezingen, niet zegevieren tegen de PP. Vox consolideerde zijn positie als de op twee na sterkste partij met 11,45%, maar leed verliezen in vergelijking met de parlementaire en lokale verkiezingen.
Een verrassing van de avond was de extreemrechtse groep „Se acabó la fiesta“, geleid door Alvise Pérez, die 6,07% van de stemmen haalde bij zijn eerste verkiezingsoptreden. De Sumar-coalitie, bestaande uit Compromís en de EU, haalde de 5%-drempel niet met 4,97% van de stemmen, waardoor de coalitie bij de lokale verkiezingen niet in het parlement had kunnen komen.
Een blik op de mogelijke zetelverdeling in de gemeenteraad laat zien dat de PP dertien parlementsleden zou hebben, de PSOE tien, Vox vier en de groepering van Alvise Pérez twee. Andere partijen zoals Compromís en de EU zouden geen zetel hebben gewonnen omdat ze het minimum aantal stemmen niet haalden.
Luis Barcala sprak zijn tevredenheid uit over de resultaten en benadrukte de successen van de PP op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Hij benadrukte dat zijn partij opnieuw het vertrouwen van de kiezers had gewonnen. Ana Barceló van de socialistische gemeenteraadsfractie sprak haar algemene tevredenheid uit, maar benadrukte de noodzaak om de overeenkomsten tussen de socialisten, liberalen en groenen te herzien.
De Europese verkiezingen in Alicante weerspiegelen de huidige politieke trends en laten een duidelijke versterking van de PP zien, ondanks de opkomst van extreem rechts.